Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zal Ik de [85]kwaadste der heidenen doen komen, die hun huizen [86]erfelijk bezitten zullen, en zal den [87]hoogmoed [88]der sterken doen ophouden, en die [89]hen heiligen, zullen ontheiligd worden. 85. Dat is, de Chaldeen, die van de machtigste waren onder heidenen en geslagen vijanden der Joden. 86. Het Hebreeuwse woord betekent wel meest iets bezitten uit recht van wettelijke erfenis, maar het is ook genomen voor bezitting in eigendom, hoe en op wat wijze dat die zou mogen verkregen zijn; 1 Kon.21:15; Hab.1:6. 87. Dat is, de hovaardij, stoutmoedigheid, pracht en praal. 88. Dat is, van de machtigen in het land, machtig in afkomst, staat, rijkdom, of dergelijke. 89. Te weten de voorgemelde sterken. Die dezen nu heiligden, waren de priesters, die voor hen offeranden deden, waardoor zij meenden geheiligd te worden.